Een uitspraak in een recente arbitragezaak in Londen geeft inzicht in de juridische risico’s die spelen indien een bevrachter de scheepseigenaar instructies geeft om meerwerk te verrichten zonder dat hierover in de bevrachtingsovereenkomst een afspraak is opgenomen of zonder dat dit separaat is vastgelegd.
In de betreffende zaak was tussen partijen een bevrachtingsovereenkomst gesloten voor een reis met één loshaven. In de beoogde loshaven werd de lading echter geweigerd, omdat deze volgens de autoriteiten niet voldeed aan de importspecificatie. De bevrachter had vervolgens een tweede haven genomineerd waar de lading weer werd geweigerd, waarna de bevrachter de rederij verzocht om de lading in twee afzonderlijke alternatieve loshavens te lossen. Partijen hadden hiervoor een addendum opgenomen in de bevrachtingsovereenkomst, echter zonder daarin expliciete afspraken over de vracht of extra onkosten.
Als gevolg van de problemen met de lading heeft de reis aanzienlijk langer geduurd en was er sprake van extra overliggeld en kosten. Aangezien in het addendum geen afspraken waren gemaakt en partijen het niet eens konden worden over een oplossing werd de zaak voorgelegd in arbitrage. De rederij stelde dat aangezien het addendum geen afspraken bevatte omtrent vergoeding voor het meerwerk hiervoor een aanvullende redelijke vergoeding betaald diende te worden. Het tribunaal stelde de rederij echter in het ongelijk en redeneerde dat partijen hun afspraken over het meerwerk hadden vastgelegd in het addendum zonder extra vergoeding en er dus geen ruimte meer was om nu een aanvullende vergoeding toe te wijzen.
Wij willen onze leden adviseren om in een reisbevrachtingovereenkomst dus expliciet een bepaling op te nemen over meerwerk en/of bij wijziging van de gemaakte afspraken duidelijke afspraken te maken en deze vast te leggen, ook als het gaat om de financiële compensatie. Uiteraard kunnen leden altijd contact met ons opnemen via claims@nnpc.nl om hierover verder advies in te winnen.