Op basis van de International Maritime Solid Bulk Cargoes (IMSBC) Code worden bulkladingen waarbij het risico bestaat dat deze kunnen verpappen of vloeibaar worden, geclassificeerd als groep A-ladingen (“Group A cargoes”).
Voorbeelden hiervan zijn ijzererts, nikkelerts, mineraalconcentraten en bauxieterts, maar elke bulklading die bestaat uit fijne deeltjes kan door overmatig vocht een risico op verpapping vormen. De IMSBC Code bevat richtlijnen om dit risico te beheersen. Aangezien zich de afgelopen jaren wereldwijd verschillende incidenten hebben voorgedaan, herhalen wij hieronder de belangrijkste onderdelen:
- Ladingverklaring (“Shippers’ Declaration”): De IMSBC Code vereist dat ladingbelanghebbenden vóór belading aan het schip een verklaring afgeven met actuele ladinginformatie. Deze moet informatie bevatten over het maximumvochtgehalte dat de lading veilig kan vervoeren (de zogenaamde “Transportable Moisture Limit (TML)”) en het werkelijke vochtgehalte, gemeten vóór de belading.
- Vochtgehalte van de lading: Het vochtgehalte van de lading moet worden bepaald door vooraf monsters te nemen en te testen. Als het vochtgehalte van de lading onder de TML ligt, betekent dit dat de lading kan worden geladen. De gemeten vochtgehaltewaarden hebben over het algemeen een geldigheidsduur van zeven dagen vanaf de datum van bemonstering, tenzij de toestand van de lading in de tussentijd substantieel is veranderd, bijvoorbeeld door hevige regen of sneeuwval.
- Omslagpunt (“Flow Moisture Point (FMP)”): De verklaring moet het percentage aan vochtgehalte aanduiden waarop de lading een risico vormt voor verpapping. Ladingen met een vochtgehalte gelijk aan of hoger dan het FMP vormen een reëel risico op verpapping.
- Maximum vochtgehalte van de lading: De TML is een percentage van de FMP-waarde en hangt af van de testmethode die wordt gebruikt. Wanneer de TML wordt bepaald op basis van de “Flow Table Test (FTT)” of de penetratietest, geldt 90% van de FMP-waarde. Wanneer gebruik wordt gemaakt van de Proctor/Fagerberg-methode, wordt deze vastgesteld op een maximum van 70% of 80% van de FMP-waarde, afhankelijk van de gebruikte methode.
Uit eerdere zaken blijkt dat er vaak discussies ontstaan tussen de scheepseigenaar en de bevrachter of ladingbelanghebbenden over de inhoud van de verklaring, met name over de vraag of de manier van bemonstering “representatief” is geweest. De IMSBC Code stelt dat per lading en per haven bemonsterings- en testprocedures moeten worden ontwikkeld op basis van de eigenschappen van de lading, en dat deze moeten worden goedgekeurd door de bevoegde autoriteit in het land van herkomst (of de laadhaven). Dit betekent dat er per haven verschillen kunnen zijn in de procedures. Door tijdig informatie in te winnen over de lading en de relevante procedures in de laadhaven, kunnen discussies in de meeste gevallen worden voorkomen.
De bemanning kan verschillende stappen nemen om de lading vooraf te controleren:
- Het uitvoeren van een “bliktest” (“can test”), waarbij een blik wordt gevuld met lading en op een hard oppervlak wordt geslagen om te controleren op overtollig vocht.
- Het controleren van de ladingconditie tijdens het laden op tekenen van overtollig vocht, zoals het klonteren van de lading, het inzakken of afvlakken van de stuw in het ruim, of ladingspatten in de ruimen of op de schotten.
- Het opschorten van laadoperaties tijdens periodes van regen- of sneeuwval.
- Bij twijfel contact opnemen met het kantoor of de NNPC als de lading wordt beladen vanuit open opslag en mogelijk is blootgesteld aan regen na de uitgifte van de ladingverklaring. In dat geval kan worden overwogen om de lading nader te laten inspecteren door een lokale expert.
Ons advies is in het bijzonder om een kopie van de ladingverklaring op te vragen ruim voor de datum van belading, zodat er voldoende tijd is om deze te beoordelen. Voor uitgebreide informatie verwijzen wij naar de publicatie van NorthStandard, “Bulk Cargo Liquefaction and Dynamic Separation”.
Voor verdere advies en assistentie nodigen wij onze leden uit om contact op te nemen via claims@nnpc.nl.